Photography to remember WW One

Al na de eerste zware berggevechten aan het dolomietenfront van juni 1915 kwamen de eerste zwaargewonden in Bruneck aan.

Eén van de IJzersymbolen die in 1932, tijdens de 13e IJzerbedevaart, werden bijgezet in de crypte van de IJzertoren in Kaaskerke (Diksmuide), was Joe English.

Het dorp Vis-en-Artois, gelegen aan de oude heerweg van Arras naar Cambrai was sinds september 1914 in handen van de Duitse bezetter en werd eind augustus 1918 door de Canadese troepen bevrijd.

Geluwe was voor de Duitsers lange tijd de laatste en vaak massaal bezette kwartiergemeente op de beruchte Ypernstrasse en de Menin Road.

Op de Britse begraafplaats te Lijssenthoek werden ook Amerikaanse militairen uit WO1 begraven.

Het Villers-Bretonneux Memorial, ook wel het Australian National War Memorial genoemd, bevind zich  op de vroegere Hill 104 in de Somme regio.

Tussen Saint-Quentin en Péronne ligt de Mont Saint-Quentin. Deze heuvel kijkt uit over de rivier de Somme en ligt ongeveer 1,5 km ten noorden van de stad Péronne.

Noyelles-sur-Mer is een kleine gemeente in Picardië. In Nolette, een gehucht van Noyelles-sur-Mer, werd een begraafplaats voor Chinese arbeiders aangelegd.

Op een heuvel in Gardone Riviera ligt een van de meest bijzondere bezienswaardigheden aan het Gardameer: het museum Vittoriale Degli Italiani.

Op 5 april 1918 viel het Duitse lenteoffensief, van 21 maart 1918, (ook gekend als de Keizerslag) op ongeveer 10 kilometer voor Amiens stil.

Op 8 augustus 1918, tijdens de slag bij Amiens, rukten eenheden van de territoriale 58th (2/1st London) Division (58e divisie) van het Britse IIIe Korps enkele kilometers ten noorden van de rivier de Somme op.

George Ainley werd geboren in 1898 te Sheffield en kreeg de zelfde voornaam als zijn vader, zijn ouders waren George en Alice Mary Padley.

Tijdens de oorlog bevond zich in de gemeente Saint-Etienne-au-Mont, gelegen ten zuiden van Boulogne-sur-mer, van 1917 tot 1919 het No.2 Native Labour General Hospital.

Op het gehucht Oud-Stuivekenskerke, nu het Onze-Lieve-Vrouwehoekje, stond tot in 1870 de parochiale kerk van Stuivekenskerke.

In het verlaten landschap bij de Franse plaats Fère-en-Tardenois (in de Aisne) staat het 42nd Rainbow Division Memorial.

Op 25 en 26 juli 1918 heroverden de Fransen, tijdens de 2e slag aan de Marne, de Butte de Chalmont. deze heuvel lag tussen Oulchy-le-Chatêau (Aisne) en Beugneux.

Nu ligt de Mont-Saint-Éloi en zijn verruïneerde abdijtorens er vredig bij, maar tijdens de Groote Oorlog lag de heuvel pal aan het front.

Tijdens de langdurende voorbereiding van de "Slag om Mesen" werden 24 dieptemijnen onder de Duitse stellingen gelegd en geladen.

De Britse militaire begraafplaats Le Quesnoy Communal Cemetery Extension ligt in de door Vauban vesterkte Franse stad Le Quesnoy.

Tijdens de oorlog was Arras (Atrecht), de hoofdstad van het Franse departement Pas-de-Calais.