Machelen ( Zulte ) België.
Franse Militaire Begraafplaats Machelen.
Machelen ( Zulte ) België.

Tijdens hun laatste gevechten hier in de regio kregen de Franse gesneuvelden een veldgraf, maar na de wapenstilstand kregen ze dan toch een eervolle laatste rustplaats. In 1919 stelde de gemeente Machelen een perceel ter beschikking waarop eerst de slachtoffers van de strijd bij Machelen werden begraven. De Machelse onderpastoor Van de Velde nam de taak op zich om hen te identificeren. Deze nieuwe begraafplaats werd ingewijd op 12 augustus 1919.

 

 

In 1921 bracht de Franse overheid de gesneuvelden van een vijftiental Oost-Vlaamse begraafplaatsen over naar Machelen. Op 31 augustus 1921 werd ze voor een tweede maal ingewijd. 750 gesneuvelden ( waaronder 64 tirailleurs sénégalais = koloniale troepen) vonden hier een laatste rustplaats en zo is dit naast Saint-Jean de Potyze bij Zonnebeke, de tweede grootste Franse militaire begraafplaats van België. Dit oord is de verzamelbegraafplaats van bijna alle Franse militairen die sneuvelden tijdens het bevrijdingsoffensief van oktober 1918. De meesten kwamen om tijdens de gevechten aan de Leie en de spoorweg van Gent naar Kortrijk. Velen lagen oorspronkelijk op andere gemeentelijke begraafplaatsen of kerkhoven begraven. Niet alle Fransen die in de regio sneuvelden liggen nu in Machelen begraven, sommigen rusten nog in hun oorspronkelijk militair ereperk zoals in Olsene en Petegem, of nog anderen werden naar Frankrijk gerepatrieerd.

De oorspronkelijke houten kruisen werden in 1927 vervangen door gietijzeren exemplaren, en in 1980 door de huidige modellen in composietmateriaal. Opvallend zijn de vele graftekens die de verschillende geloofsovertuigingen van de slachtoffers weergeven. De graven van mannen uit de toenmalige Noord-Afrikaanse kolonies vallen op door hun islamitische grafzerken.

 

 

Er ligt ook één Aziaat begraven, zijn naam is Hoan G.V.Thom. hij was een ‘travailleur Anamite’ (arbeider uit Anam) en stierf op de dag van de wapenstilstand, op 11-11-1918! Wie waren die Anamieten? Nadat de Fransen, in 1858, op Da Nang ontscheepten stichtten ze er in 1865 de kolonie van Cochinchina en richtten er in 1884 een protectoraat op in Tonkin. Tijdens het Second Empire (Tweede Franse Keizerrijk, begon toen Napoleon III de macht greep in 1852 en het eindigde in 1870) werd de koloniale uitbuiting er geleidelijk opgevoerd en vormde het Indochinese schiereiland er het juweel van het Franse Koloniale Rijk. Het Verre – Oosten bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog wel gespaard van het brutale oorlogsgeweld, maar de traditionele rekrutering van manschappen om te voldoen aan de noodzaak om de vele gesneuvelde militairen te vervangen zou er voor zorgen dat men noodgedwongen de reserves van de koloniën zou moeten aanspreken. In de koloniale steden trachtte men om het patriottisme van de plaatselijke bevolking aan te zwengelen. In vier jaar oorlog bracht Frankrijk vanuit Indochina 43. 430 arbeiders uit Anam ( nu het centrum van het huidige Vietnam) en Tonkin ( nu het noorden van het huidige Vietnam) over naar Frankrijk. Die werden vooral ingezet in etappebataljons die verantwoordelijk waren voor de installaties en het transport. 1. 123 van hen stierven op het veld van eer... Hun bataljons werden wel ingezet voor strategische taken, maar niet voor roemvolle! Zo werden zij in 1916 o.a. ingezet bij Verdun, langs de ‘Voie Sacrée’. Deze weg die van Bar-le-Duc naar Verdun liep vervulde in de strijd om Verdun een eminente rol, het was namelijk de belangrijkste aanvoerlijn voor het Franse leger. Verdun lag toen in een saillant en was aan drie kanten ingesloten door Duitse troepen. Vanaf februari 1916 tot september 1916 reden de vrachtwagens af en aan in twee eindeloze rijen, dag en nacht. Rechts naar Verdun toe, links van Verdun af. Men berekende dat op het hoogtepunt van de slag er elke 14 seconden een voertuig voorbij reed, wat neerkwam op 250 vrachtwagens per uur. Dag en nacht sleurden deze koloniale manschappen uit het Verre-Oosten met steenslag langs de Voie sacrée, en 24 uur per dag gooiden deze hulptroepen steenslag op de weg en in de ontstane putten, de steenslag werd vervolgens door de massieve banden van de vrachtwagens vastgereden.

Daarnaast kwamen er uit Indochina ook 48.981 arbeiders naar Frankrijk. Een aantal van hen werden naar de Franse fabrieken gestuurd ter vervanging van werknemers die naar het front vertrokken waren. Anderen werden net als hun lotgenoten van Britse Chinese Labour Corps ingezet voor het uitvoeren van logistieke taken ter ondersteuning van de troepen.  Zij ondertekenden bij het Franse leger een contract voor vijf jaar. Deze arbeidskrachten uit het Verre-Oosten werden aangewend voor allerlei taken als wegenaanleg, herstellen van loopgraven, constructie- en afbraakwerken, werken aan spoorwegen, laden en lossen van schepen en treinen, arbeid op het land, opruimen van slagvelden waaronder onontplofte granaten, aanvoer van munitie en ander oorlogsmateriaal. Na de oorlog werden ze ook nog ingezet bij het ontgraven van slachtoffers, het aanleggen van oorlogsbegraafplaatsen en het opruimen van de talrijke ruïnes. Hoewel zij niet voor militaire taken werden ingezet, liepen zij door de aard van hun werk toch grote risico’s omdat ze zich dikwijls dicht in de buurt van het front of in het bereik van de artillerie bevonden. Hoe de arbeider Hoan, die hier nu in Machelen rust, om het leven kwam is niet duidelijk. Stierf hij te gevolge van het oorlogsgeweld? Of was hij net als velen in die periode een slachtoffer van de beruchte en wereldwijde Spaanse griep epidemie die in de jaren 1918-1919 naar schatting 20 tot 100 miljoen levens eiste? In zijn dossier staat enkel zijn naam en de datum van zijn overlijden!

 

 

Een ander hier begraven koloniaal slachtoffer dat waarschijnlijk ook overleed te gevolge van de Spaanse griep is  kanonnier Rasamijaly. Hij overleed precies een maand na de wapenstilstand, op 11 december 1918. In zijn dossier staat vermeld dat hij overleed te Izegem, en dat te gevolge van een ziekte opgelopen tijdens de dienst. We kennen enkel zijn familienaam en weten dat hij afkomstig was uit Tuléar, toen gelegen in het voormalige Frans-Madagaskar (Afrika). In 1897 werd het koninkrijk Madagaskar, na reeds vanaf 1882 deels onderdeel geweest te zijn van het Franse Protectoraat Madagaskar, door Franse troepen veroverd en ingelijfd bij Frankrijk als de kolonie Frans-Madagaskar.  Kanonnier Rasamijaly diende bij de Franse zware artillerie, bij het 107e R.A.L.H. = Régiment d'Artillerie Lourde Hippomobile (De Hippomobile was een auto uitgevonden door Etienne Lenoir in 1863, die was voorzien van een interne verbrandingsmotor. Deze was gebaseerd op zijn uitvinding uit 1860, de Lenoir-tweetaktgasmotor.) Hoewel de in graf 522 rustende Afrikaanse kanonnier die ondertussen al meer dan 100 jaar geleden vanuit het verre Madagaskar naar ons kleine landje kwam om er mee te strijden voor onze vrijheid, is hij in tegenstelling tot de meesten die hier liggen gelukkig nog niet vergeten! Toen we begin september 2018 zijn graf bezochten plezierde het ons dat we zagen dat zijn graf onlangs bezocht was door naverwanten!

 

 

Wanneer men de Franse begraafplaats te Machelen bezoekt dan valt het monumentale arduinen gedenkkruis op, het crucifix werd ontworpen door G. Lefèvre. Het opvallendste en meest artistieke element op de dodenakker is de gedenkmuur in blauwe hardsteen, dat is van de hand van de Franse kunstenares Batsy-Gatry. Een weduwe met kinderen wordt er langs beide zijden geflankeerd door twee soldaten. Ieder jaar op de 1e zondag van september vindt hier de herdenking plaats, deze ceremonie wordt georganiseerd door een Frans-Belgisch Comité. Deze begraafplaats werd in 2008 als monument beschermd.

 

 

Op de Franse begraafplaats van Machelen ligt er ook een Britse piloot begraven, namelijk 2 /Lt. Philip Frederick Cormack (204th Sqdn. Royal Air Force). Oorspronkelijk lag hij onder een Frans kruis begraven, maar in 2009 ontdekte een onderzoeker dat er hier in Machelen een 'aviateur' met de naam P. F. Cormack ruste. Hij deed aangifte bij het documentatiecentrum van In Flanders Fields, die de zaak verder onderzocht. Cormack was inderdaad een Britse RAF-piloot die op 27 oktober 1918 strijdend om het leven kwam. Net als zijn oudere broer Reginald Ormiston Cormack, die twee jaar eerder, op 1 juli 1916, ook gestorven was en wiens lichaam nog steeds niet gevonden is, hij wordt vermeld op het Memorial te Thiepval (Somme.). Op 5 december 2013, vijfennegentig jaar na zijn dood, werd Cormacks Franse gedenkkruis vervangen door een Britse grafsteen en werd er een Commonwealth-plaatje aan de ingang van de begraafplaats opgehangen. Tot begin december 2013 stond Second Lieutenant Philip Frederick Cormack in archieven, namenlijsten en op een gedenkplaat in Arras opgegeven als vermist!

 

Dat de Franse troepen tijdens het eindoffensief van 1918, ook in de streek van Deinze, Machelen en Waregem, een belangrijke rol speelden is onvoldoende geweten! Maar dat ook de burgerbevolking van diezelfde streek het door de talloze bombardementen en beschietingen zwaar te verduren had kreeg lange tijd onvoldoende aandacht! Hopelijk brengen de vele bevrijdingsherdenkingen daar nu verandering in en word 2019 niet het jaar van de totale vergetelheid en veronachtzaming.

Meer artikels
Nabij Tyne Cot Cemetery 'Bedfordshire monument'. 12-01-2015
Passendale (Zonnebeke) België.

Het 1e Bataljon van het Befordshire Regiment, was een Regular Army Battalion, en lag bij het uitbreken van de oorlog bij Mullingar In Ierland.

lees meer ...
Collet du Linge (Lingekopf). 20-07-2015
Le Linge Frankrijk.

 

Wanneer op 19 juli 1915 het Franse artillerievuur in hevigheid aanzwol was het voor iedereen duidelijk dat een Franse stormaanval nabij was.

lees meer ...
Stuyvekenskerke. 23-02-2015
Oud - Stuivekenskerke België.

Stuyvekenskerke is een klein dorp ten westen langs de IJzer. In 1914  telde het dorp  drie gehuchten, Vicogne, Tervate en Oud–Stuyvekenskerke.

lees meer ...