Net buiten het centrum van Aken ligt het ‘Aachen Waldfriedhof’. Deze dodenakker ligt in een heuvelachtig bos en dat zorgt ervoor dat er een bijzondere sfeer hangt op het ‘friedhof’. Het Waldfriedhof is ongeveer 30,5 hectaren groot en werd in het jaar 1832 ingebed ten zuiden van Burtscheid in het aangrenzende bos van Aachen.
In de jaren 1831/32 zorgde een vorm van malaria, die toen ook in Duitsland voorkwam, voor veel sterfgevallen. Dat zorgde ervoor dat men in 1832 net buiten Burtscheids in het naburige stadsbos een begraafplaats oprichtte. In de jaren 1831/32, 1849 en 1866 teisterden verschillende massieve cholera epidemieën de regio van Aachen en ook de toen onafhankelijke stad Burtscheid. Door deze epidemieën en haar vele slachtoffers werd de begraafplaats aanvankelijk het Cholerafriedhof genoemd. Nadat in het jaar 1862 het Heisbergfriedhof Burtscheid/Aachen aangelegd was en Aken dan zelf in 1890/99 de begraafplaatsen Westfriedhöfe I.en II. inrichtte werd, na dat de choleraepidemieën geluwd waren, de cholera-begraafplaats niet meer gebruikt.
Met het uitbreken van de eerste Wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande eerste doden in de regio van Aken zocht de stad Aken een geschikte plaats om deze slachtoffers te begraven. Op de stadsraad van 12 september 1914 besloot men om de vroegere cholera-begraafplaats weer in gebruik te nemen. Rond de Bismarcktoren, die hier in 1905 gebouwd werd, zou men een grondstuk van ongeveer 8,6 hectare groot in gebruik nemen, dat was bestemd voor de slachtoffers die de oorlog zou opeisen. De eerste doden waren hier in feite al in augustus 1914 bijgezet, maar de eerste officiële begrafenis vond plaats op 25 september 1914. Tot in januari 1923 werden hier 2.455 Duitse en buitenlandse oorlogsdoden begraven, het waren vooral gewonde en zieke militairen die overleden waren in de Akense hospitalen en lazaretten. Op deze begraafplaats had men toen ook een veld van circa 15 m ² groot voorzien voor Joodse militairen die overleden tussen 1914 en 1918, deze plek deed dienst als een Joodse begraafplaats. Tijdens de Duitse naziperiode zijn heel wat van die Mazewots (Joodse grafstenen) verdwenen, blijkbaar staan er nu nog slechts zestien verweerde en bijna onleesbare Joodse grafstenen, slechts bij twee is er nog een ingegraveerde Davidster zichtbaar.
Enkele weken na het uitbreken van WO II, op 1 november 1939, moest de stad Aken al terug de begraafplaats uitbreiden. In de jaren 1939-1945 werden er hier 2.623 geregistreerde oorlogsdoden bijgezet. In een apart veld vinden we ook graven van homoseksuelen, gehandicapten en politieke tegenstanders van de nazi’s, inderdaad allemaal slachtoffers van het Duits Naziregime van voor en uit WOII.
Vandaag rusten er hier op deze oorlogsbegraafplaats 5.078 gekende doden. Die zijn afkomstig uit zestien landen er liggen: 4.796 Duitsers, 235 Russen, 15 Roemenen, 11 Serviërs, 7 Polen, 3 Nederlanders, 2 Belgen, maar ook 1 Fransman, Oostenrijker, Spanjaard, Hongaar, Joegoslaaf, Turk, Oekraïner, Indiër en Canadees.Een van de Duitsers met een opmerkelijk graf is de infanterist Edmund Bosshammer met sterfdatum 13 oktober 1918.
Op het Aachen Waldfriedhof staan nog veel originele grafstenen uit WO I, doch daarnaast worden er ook heel wat graven aangeduid met een simpel kruis van de Kriegsgräberfürsorge. Jammer genoeg zijn heel wat grafstenen niet zo goed onderhouden en dus ook moeilijk leesbaar. Ook indrukwekkend op de begraafplaats is Der Bismarckturm (de Bismarcktoren) waar je als hij geopend is in kan en van bovenuit het hele oord kunt over zien. Deze 27 meter hoge toren werd gebouwd in 1905 en op 22 juni 1907 ingehuldigd. Op deze begraafplaats liggen ook burgers.