Passendale België.
Never Forgotten Always Remembered Each + Everyone.
Passendale België.

Nergens in ons land zijn de klaprozen zo dieprood en zo bloedrood, als in de Westhoek. Vooral in de wereld van het Britse Gemenebest gelden de rode poppies nog steeds als het herdenkingssymbool voor de doden van de Grote Oorlog, daarom 'plantte' de Royal British Legion een reeks poppies aan het bezoekerscentrum nabij de Britse begraafplaats Tyne Cot Cemetery in Passendale. Op woensdag 26 juli 2017 werd dit poppyfield plechtig ingehuldigd. The Royal British Legion vroeg aan mensen uit het Verenigd Koninkrijk om een persoonlijke boodschap te schrijven om zo de moed en opoffering te eren van zij die vochten en leden tijdens de Slag om Passendale (ook de Derde Slag bij Ieper genoemd). Deze boodschap werd nadien afgeprint op een klaproos en hier in de aarde geplant, op de plaats waar Britse militairen 100 jaar geleden vochten en stierven. Deze klaprozen moesten blijven staan tot 10 november 2017, zo wou men er de 101 dagen durende strijd herdenken.

 

Op één van de poppies stond te lezen: 'Each + Everyone ' (elk + iedereen), waarschijnlijk was dat vooral bedoeld als aandenken aan hen die hier streden en vielen tijdens de wereldberuchte Slag van Passendale. Maar in de Westhoek verloren niet enkel militairen het leven, ook burgers vielen er ten prooi aan het oorlogsgeweld! Zo vinden we op de Britse militaire begraafplaats Red Farm Military Cemetery,  gelegen op Brandhoek (Vlamertinge), in rij A  een graf waarin volgens het opschrift 3 Civilian  Victims (burgerslachtoffers) begraven liggen. Dat is zeker een bijzonder gegeven want het was zeker abnormaal om Belgische burgers tussen Britse militairen te gaan begraven. En het is nog opmerkelijker als men weet dat de burgers die hier ter ruste gelegd werden twee jonge vrouwen en een baby waren. Doch het noodlotsdrama dat de meeste van de zerkjes hier op deze dodenakker verbindt, verklaart waarom ze deze uitzondering tolereerden.

 

In en rond het dorp Vlamertinge waren tijdens de oorlog diverse Britse medische en andere voorzieningen ingericht, er waren uiteraard ook munitiedepots. Op zaterdag 27 april 1918 werd een munitieopslagplaats, vermoedelijk een bewaarplaats van achteruit gebrachte munitie, in de Galgestraat geraakt door een Duitse obus. De vernietigende explosies volgden elkaar op! De ravage was immens, en het verschrikkelijkste van al was dat hier bij heel wat mensen om het leven kwamen. Onder de slachtoffers waren ook twee vrouwen uit de regio. Beide vrouwen waren aan het werk in de opslagplaats, en waarschijnlijk had één van de vrouwen haar kindje bij zich. Toch verwonderlijk want dat was zo wie zo een risicovolle en onveilige plek. Het kindje lag te slapen in een kinderwagen toen het noodlot genadeloos toesloeg. Nadat het vuur van de brandende munitie gedoofd was en het gevaar voor verdere explosies geweken was ging men op zoek naar eventuele stoffelijke resten. Wat restte van de vrouwen en het kindje werd letterlijk bijeen geraapt en naamloos in een kuil begraven.Omdat ze aan het werk waren in dienst van het Britse leger verleende men de vrouwen ook het recht om in een rustplaats van het Commonwealth te worden begraven.

 

 

De ontploffingen van die tragische 27 april zorgden voor nog meer gedode burgers en militairen. Zes leden van de familie Deplaecie, die vlakbij woonden, kwamen om, net als minstens vijfenvijftig Britse militairen. De betreurde slachtoffers van dit familiedrama waren: Henri Deplaecie (55), waard van café De Nachtegaal, hij liet het leven samen met zijn kleinkind Irma Deplaecie, die 8 jaar oud was. In het aanpalend huis kwamen nog vier andere kinderen van de familie Deplaecie om het leven.

 

Net voor de “Grooten Oorlog” stonden er in de Galgestraat 20 woningen, 6 aan de pare - en 14 aan de onpare kant. Zes huizen werden er bewoond door de familie Deplaecie. Men sprak ook van Baeghels hoekje. Het was opmerkelijk dat de Deplaecies, die een grote familie waren, in de volksmond aangesproken werd als de Baeghels. Men weet dat de moeder van Henri Deplaecie, geboren in Reningelst op 4 januari 1853, Rosalie Behaegel was. Zij woonde nooit in Vlamertinge maar wellicht kwam haar familienaam op een of andere manier mee als bijnaam toen Henri zich op de Brandhoek vestigde. Henri trouwde op 4 september 1877 met Leonie Coevoet, het koppel kreeg acht kinderen. Ze woonden bijna allemaal in de Galgestraat. Vandaar dat de mensen spraken van Baeghels hoekje. Vader Henri en zoon Jerome woonden naast elkaar. Pa woonde in het café “ De Nachtegaal”, nummer 4 en Jerome in nummer 6. Jerome huwde in 1904 met Mathilde Vandevoorde en ze kregen maar liefst 18 kinderen.Grootmoeder Leonie stierf op 21 maart 1918. Doch opa Henri kon toen niet vermoeden dat hij een maand later, ten gevolge van oorlogsomstandigheden, eveneens het leven zou laten. Ook vijf van de toen 9 kinderen van Jerome en Mathilde stierven op die bewuste zaterdag. Achteraf hebben ze de nieuwgeborenen kindjes de namen gegeven van de omgekomen kinderen.

 

Remy Duflou noteerde in zijn dagboek op zaterdag 27 april 1918 het volgende: “In de nacht en ’s morgens werden nieuwe kanonnen geplaatst rond de hofsteden van August Clarebout en Aloïs Ampe op het Hoeksken en de steenbakkerij “ Sint-Antonius”, bij de hofstede van Jules Vancayzeele langs de Casselstraat en overal rond op het zuidergedeelte van de gemeente. De Engelse veldkanonnen waren al bij de hofstede van Jules Delanote geplaatst. Het volk was zeer ongerust en met reden! De vijand was langs de kant van Dikkebusvijver aan de grenzen van de gemeente! De toestand was hachelijk. Enkele personen voerden meubels weg, anderen brachten hun koeien achterwaarts. Het merendeel wachtte slechts op het bevel om te vertrekken. Zieken en gebrekkigen werden met auto’s weggevoerd. ‘s Morgens vertrokken verscheidene inwoners aan de kant van de “Warande” en de “Potente” al uit eigen beweging. Zou er nog een middel zijn om bij een nieuwe vooruitgang van de vijand de gemeente te kunnen verlaten? Honderden Engelse soldaten werkten in de omtrek van de Kleine Branderstraat en de Galgestraat: herstellen van loopgrachten, spannen van prikkeldraad, achteruitbrengen van munitie, tramlijnen en ander materiaal. Er heerste in deze omgeving een ongewone bedrijvigheid. Kort na de middag, ’t was omtrent 12u30, begon de vijand de noordkant van de Brandhoek te beschieten. Opééns hadden er twee verschrikkelijke ontploffingen plaats bij de herberg “ De Nachtegaal” langs de Galgestraat. Wat was er gebeurd? Was er een obus op de opgestapelde munitie gevallen of was er onvoorzichtigheid in het spel? Overgrote vlammen sloegen hoog in de lucht op. Een put van 11 meter diep en 36 meter middellijn, waarin nog twee diepe putten, werd in de grond geslagen. 3800 kubieke meter aarde werd rondverspreid. Door deze verschrikkelijke ontploffing werden tientallen Engelse soldaten gedood en gekwetst. In de herberg “De Nachtegaal” waren er op die middag een veertigtal soldaten. De herberg stortte in en schoot in brand. Omtrent al de verbruikers kwamen in de brand om; alsook de waard Henri Deplaecie en zijn kleinkind Irma Deplaecie, 8 jaar oud, dochter van Jerome. In een aanpalend huis kwamen vier andere kinders van Jerome Deplaecie om het leven: Jeanne 11 jaar, Marguerite 3 jaar, Julien 2 jaar en Nera 5 maanden. Met moeite konden de andere bewoners van deze huizen, min of meer gekwetst, uit de vuurpoel geraken! Niets kon gered worden en de beschieting duurde voort! Door deze ontploffing waren al de omliggende huizen uitgebrand, ingestort of gescheurd! Zelfs tot op een half uur afstand waren de pannen van de huizen dooreengeschud! Men veronderstelt dat een Duitse obus op de achteruit gebrachte munitie, waaronder zich misschien ook dynamiet bevond, gevallen is en deze schrikkelijke ontploffingen veroorzaakte. Het ontstaan van deze ramp, een der verschrikkelijkste onder de vuurlijn, zal waarschijnlijk nooit met juistheid uitgemaakt worden, daar de ooggetuigen door deze ontploffing gedood werden. De precieze omstandigheden zullen nooit meer achterhaald worden.  De bewoners van Vlamertinge, dan nog met 1071 inwoners, vluchtten na deze gruwelijke ontploffing meestal uit eigen beweging naar Proven, vanwaar in die tijd de vluchtelingentreinen naar Frankrijk vertrokken. Op 27 april 1915 had het grootste deel van de bewoners van de Dorpsplaats de vlucht genomen en juist drie jaar nadien, dag op dag, vluchtten de bewoners van de Brandhoek”.

 

André Deplaecie die na de oorlog, in 1921, geboren werd en één van de 18 kinderen van Jerome was, vertelde dat zijn grootvader Henri na de ontploffing in de kelder opgesloten zat en door vuur omringd was. Uit compassie en omdat hij niet levend verbrand zou worden schoot een Britse officier hem dood.In de jaren 1970 vertelde de toen 94 jarige Marie-Louise Deplaecie, de tante van André, het verhaal enigszins anders zij zei het volgende: “Ik heb niets gehoord, maar plots lag ik op de grond. Alles was stuk en brandde. Overal waren huizen vernield. Bommen ontploften voortdurend. Vader is omgekomen in het ovenkot. Hij kon er niet meer uit en is levend verbrand. In het café “de Nachtegaal” zijn vele soldaten omgekomen. Officieren schoten brandende militairen, die niet uit de puinen konden, dood!”

 

 

De doden, veelal verkoolde resten van lichamen werden begraven in Red Farm Cemetery. 23 van hen konden geïdentificeerd worden, 17 anderen werden als onbekend begraven, op hun grafsteen staat: “A victim of the great war, known unto God”. Red Farm Cemetery lag in de omgeving van de Kasteelhoeve die 'Red Farm' werd geheten en dienst deed als hospitaal. Het is één van de kleinste begraafplaatsen uit de Westhoek, hier  worden 49 doden herdacht. Op het Tyne Cot memorial in Passendale staan negen namen geregistreerd van mannen die omkwamen bij de ontploffing in de Galgestraat. Ook in de Sint Pietersstraat, in Hagle Dump Cemtery werden er 19 slachtoffers van de ontploffing begraven. In Brandhoek Cemetery No.3 vinden we drie namen van slachtoffers terug. Hoeveel slachtoffers alsnog aan de opgelopen brandwonden stierven is niet geweten.

 

De zware tol van de zo zwaar getroffen familie Deplaecie staan als triestig voorbeeld voor de duizenden andere burgerslachtoffers die hun leven en toekomst verloren tijdens “De Grooten oorlog”. De militairen betaalden een enorme tol, maar ook de mensen in de oorlogszone verloren naast gave en goed ook veel dierbare familieleden, vrienden en buren.

 

Never Forgotten Always Remembered Each + Everyone.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer artikels
Redoubt Cemetery 'Eric Duckworth'. 03-08-2015
Helles Turkije.

Eric Duckworth was een piepjonge Second  Lieutenant van amper 19 jaar toen hij naar de oorlog trok.

lees meer ...
Deutscher Studentenfriedhof Langemarck. 21-03-2016
Langemark (Langemark-Poelkapelle) België.

De Duitsers, die na de eerste oorlogsmaanden waarin ze gehoopt hadden om de oorlog te winnen, dachten er nu vooral aan om het veroverde gebied aan het westelijk front te verdedigen.

lees meer ...
Zillebeke Churchyard 'Aristocrats Cemetery'. 06-10-2014
Zillebeke (Ieper) België.

Het unieke Britse militaire ereperk op het kerkhof van Zillebeke, de laatste rustplaats van 32 militairen, ligt links aan de ingang van de kerk en het kerkhof. Het kerkhof bevat de graven van tweeëntwintig militairen uit het Verenigd Koninkrijk en van tien Canadese militairen. Twee Britten en vier Canadezen konden niet meer geïdentificeerd worden. Twee graven raakten vernield door het latere oorlogsgeweld en worden nu herdacht met 'special memorials', vooraan op de begraafplaats.

lees meer ...