La Couture Frankrijk.
Het monument voor het Portugese Expeditiekorps.
La Couture Frankrijk.

Op 24 februari 1916 enterde Portugal op verzoek van de geallieerde Britten 36 Duitse koopvaardijschepen die in de Portugese havens voor anker lagen. Op 9 maart 1916 verklaarde Duitsland de oorlog aan de jonge, nog kwetsbare Portugese republiek. Op 17 januari 1917 was het ‘Corpo Expedicionário Português’ (C.E.P.) (Portugese Expeditiekorps), onder bevel van de Britten, officieel een feit. Van 2 februari 1917 tot 28 oktober van hetzelfde jaar vertrokken ongeveer zestigduizend Portugezen naar Frankrijk. Vanaf Brest werden de Portugezen per trein naar het noorden gestuurd om te verzamelen rond Aire-sur-la-Lys, ten zuiden van Hazebrouck, in het achterland van het Britse front. Britse verbindingsofficieren werden aangesteld en er werd begonnen met de omvorming van het Portugese expeditieleger naar Brits model. Nieuwe Britse bijnamen als ‘Pork and cheese’ en ‘Pork and beans’ deden dan ook hun intrede.

 

De 1e divisie installeerde zich in Thérouanne. De 2e divisie trok naar Fauquembergues. Het opperbevel van het Portugese Expeditiekorps zat in Roquetoire in het kasteel van Morande (met de royale kasteeltuin waarop 13 oktober 1917 in bijzijn van de Portugese president 45 Oorlogskruisen zouden worden uitgereikt). De Portugese troepen konden goed overweg met de plaatselijke bevolking. Ze namen deel aan processies, begrafenissen, feesten – zoals de Sint-Jansvuren in juni – waar ze de cavaquinho (een soort gitaar) steevast tevoorschijn haalden. De opleiding van de troepen draaide in het voorjaar van 1917 op volle toeren, ze werden getraind in Mametz, Clarques en Audincthun. De troepen kregen de noodzakelijke training in het gebruik van Britse wapens, de loopgraafoorlog en ook hoe om te gaan met een gasaanval. Het moest echter allemaal iets te snel gaan en begin april 1917 werden de Portugezen al naar de loopgraven gestuurd. Van 11 mei tot 5 november 1917 installeerden de Portugese eenheden zich op het front. De Portugese zone vormde een soort trapeze rond Neuve-Chapelle, Laventie, La Couture, Saint-Venant. Het landgoed La Peylouse in Saint-Venant werd in juni de officiële verblijfsplaats van Fernando Tamagnini, de bevelhebber van het Expeditiekorps.

 

 

Gedurende de winter 1917 – 1918 was het dagelijks leven in de loopgraven erbarmelijk. Sneeuw, een alles verstijvende vorst, plus de Britse rantsoenen die de Portugese militairen verafschuwden maakten hun verblijf in de frontlijn hard. Het was de manschappen ook niet toegestaan om op verlof naar Portugal te gaan, dat mochten enkel de officieren. Maar allerlei berichten die vanuit Portugal doorsijpelden zouden ook niet echt bijdragen tot een vechtlustige houding. Na de val van de monarchie in 1910 was er geen politieke vrede ontstaan tussen de differente partijen. De Portugese binnenlandse politieke situatie was chaotisch. Regeringen volgden elkaar snel op en in december 1917 pleegde majoor Sidonio da Silva Pais een gewelddadige staatsgreep. Dat zorgde ervoor dat er geen versterkingen konden aangevoerd worden. Het moreel zakte vlug.

 

De Britten begonnen zich in het voorjaar van 1918 toch zorgen te maken over de weerbaarheid van de Portugezen. Het was immers een leger met vele gebrekkigheden. Brigadegeneraal F.P. Crozier van de Britse 40e divisie die de Portugese frontlijn begin april bezocht, zou het later als volgt beschrijven: “ Ik ging naar beneden naar het Portugese front met een kolonel. We liepen zevenhonderd meter en zagen nauwelijks een schildwacht. We controleerden er rondslingerende geweren en munitie. Ze waren allemaal roestig en onbruikbaar. “Waar zijn de mannen?” vroeg Ik mijn metgezel. Een gesnurk gaf me mijn antwoord. Vrijwel de ganse voorste lijn lag in een diepe slaap, in kleine mangaten bedekt met waterdichte tentzeilen, dat terwijl hun apparatuur onzorgvuldig rondslingerde. "

 

De Britse opperbevelhebber, maarschalk Douglas Haig, besloot uiteindelijk de Portugezen van het front weg te halen. Op 6 en 9 april 1918 besloot het Britse opperbevel om de Portugese troepen af te lossen maar de timing was slecht gekozen! De Duitsers stonden immers op het punt om aan te vallen. De Portugese 2e divisie, onder leiding van generaal Manuel Gomes da Costa, stond nog altijd in de voorste linie toen de Duitse storm voor de tweede maal in 1918 uitbrak.

 

De Duitse operatie ‘Georgette’ (Slag bij de Leie) begon op 9 april om kwart over vier. Na een intens bombardement viel het 6e Duitse leger, om 08.15 uur,  aan tussen Givenchy en Fleurbaix. 100.000 frisse, goed getrainde Duitsers en een ondoorgrondelijk artillerievuur tegen 20.000 ongemotiveerde Portugezen. De ochtendmist hielp mee. De zwaarste klap kwam juist terecht op het stuk front dat werd verdedigd door de Portugese 2e divisie. Op haar linkerflank opereerde de Britse 40e divisie en op haar rechterflank de Britse 55e territoriale divisie. In de sector van Neuve-Chapelle rukten de Duitsers zes kilometer op tot aan de rivier de Leie. De verbinding van de Portugezen met de Britse 40e divisie werd verbroken en ze moesten zich terugtrekken. Voor de Portugezen betekende de Duitse stormaanval de eerste echte strijd aan het Westelijk Front. De arme Portugezen hadden nooit een dergelijke gebeurtenis meegemaakt en werden letterlijk overdonderd. In een mum van tijd waren de Duitse troepen doorgebroken. De Portugezen in de tweede lijn panikeerden en sloegen op de vlucht. Dat feit werd nadien breed uitgesmeerd in de Britse pers en leidde tot Brits-Portugese spanningen. Het terugtrekken van de Britse 40e divisie werd toegerekend als de schuld van vluchtende Portugezen. Volgens de Britse opperbevelhebber Douglas Haig deden sommige Portugezen zelfs hun laarzen uit om sneller te kunnen rennen en andere stalen fietsen van een Brits rijwielkorps dat naar voren werd gestuurd om La Couture en omgeving te behouden. In veel geschiedenisboeken die handelen over de strijd in april 1918 werd de lafheid van de Portugese troepen harteloos neergepend. Doch er zijn geen foto’s bekend van vluchtende Portugezen zonder laarzen! Trouwens het zou toch erg onverstandig zijn om die uit te trekken als je in de kou en over slecht terrein, bezaaid met allerlei schroot, moest lopen. Bij het doorkruisen van een met mosterdgas besmet terrein zou dat bovendien enorme blaren gaan opleveren. En dat een Brits rijwielkorps zomaar hun fietsen zou laten stelen door vluchtende Portugezen, dat lijkt ook heel onwaarschijnlijk. De Portugezen weerden zich volgens eigen zeggen zo goed mogelijk. Bij Laventie streden ze tot 11 uur. La Couture bleef tot tegen het middaguur van de volgende dag in Portugese handen.

 

Niet alle Portugezen namen de benen. Hier en daar werd wel degelijk geprobeerd om de Duitse storm tegen te houden en dat leverde zelfs een Portugese held op in de persoon van soldaat Aníbal Milhais. Soldaat Milhais besloot om samen met zijn Lewis-Gun (lichte mitrailleur), die hij Louise gedoopt had, in de loopgraaf te blijven en dekte er de aftocht van zijn kameraden maar ook die van Schotse eenheden. Met zijn Lewismitrailleur in aanslag opende hij vastberaden het vuur! Hij was heel alleen, maar won toch wat tijd ten voordele van de terugtrekkende Portugese en Britse eenheden die zich in zijn directe omgeving bevonden. Het behoorde tot de tactiek van de Duitse stormtroepen om machinegeweernesten niet frontaal aan te vallen maar er omheen te trekken. Geïsoleerd door de Duitse opmars slaagde Milhais na drie dagen erin, samen met een Schotse majoor die hij uit een moeras gered had, terug te keren naar de geallieerde kant.

 

 

Toen Aníbal nadien in een Portugees kamp aankwam werd hij begroet en uitvoerig geprezen door een Portugese majoor. De majoor was ondertussen al van Aníbal Milhais heldendaad op de hoogte gebracht en riep hem enthousiast toe : “je bent Milhais (mil in het Portugees betekend duizend) maar in werkelijkheid ben je ‘een miljoen mannen waard!” Zo kreeg Aníbal de bijnaam van de miljoenensoldaat opgeplakt. De legende van ‘Soldado Milhões’ was geboren. Hij was de meest gedecoreerde Portugese militair uit WOI en was ook de enige Portugese militair die onderscheiden werd met de hoogste nationale orde: “Ordem Militar da Torre e Espada do Valor, Lealdade e Mérito” (Militaire Orde van de Toren en het Zwaard, Moed, Trouw en Verdienste).

 

De verliescijfers van de Portugezen variëren nogal. Vooral in oudere bronnen staan veel te hoge cijfers over het aantal gesneuvelden op 9 april. Er vielen zeker geen duizenden doden. Een recentere bron geeft aan dat 29 officieren en 369 manschappen van andere rang zijn omgekomen en dat 270 officieren en 6.315 manschappen van andere rang gevangen werden genomen. Het resultaat was wel dat de Portugese 2e divisie op 9 april ophield te bestaan en dat de strijd zonder hen verder gevoerd moest worden. Hun commandant, generaal Gomes da Costa, heeft nooit ontkend dat zijn divisie aan de zwakke kant was. Hij stelde echter wel duidelijk dat zijn troepen toen tegen een veel te grote overmacht stonden. Het zal natuurlijk de vraag blijven of Britse troepen die eerste klap van een Duitse stormaanval wél hadden kunnen opvangen? Dat was de Britten bij de start van het Michael-offensief op 21 maart ook niet gelukt! Wie was wel tegen een dergelijke geconcentreerde Duitse aanval van artillerie en infanterie bestand? Zeker geen slecht gemotiveerde troepen die op het punt stonden vervangen te worden. De Portugezen trokken zich terug naar Ambleteuse en de kust.

 

De gevallen Portugezen werden begraven op het Cemitério Militar Português van Neuve-Chapelle en op het plein voor de kerk van het nabijgelegen dorp La Couture werd een Portugees monument ter herinnering aan de strijd in Noord-Frankrijk opgericht. Het opschrift aan de onderkant van het monument luidt: ‘L’hommage du Portugal à la France immortelle. Réduit de la Couture. 9 Avril 1918’.

 

 

Het gedenkteken werd op 10 november 1928 met een heel bescheiden ceremonie onthuld, want met al te veel glorie kon het Portugese optreden immers niet omgeven worden. Het is zeker geen alledaags monument. Voor de ruïne van een witte kerkmuur staat een bronzen beeld van een vrouw met geheven zwaard die de natie Portugal voorstelt. Zij moedigt een Portugese strijder aan die met de kolf van zijn geweer op een skelet inbeukt. De Portugese soldaat vecht dus niet met een Duitser, maar met De Dood die voorzien is van zijn bekende zeis. Op de achterkant van het monument hangt een kruisbeeld boven voorstellingen van militaire voorwerpen zoals geweren, helmen en een trommel met gebroken vel. Maar men ziet ook religieuze voorwerpen zoals een kandelaar, de Bijbel en een mijter.

 

Zoals in zo veel Franse dorpjes stond er langs de muur van een huis in Neuve-Chapelle een voorstelling van de kruisiging van Christus. Deze ‘calvarie’ werd tijdens de Brits-Indische aanval in maart 1915 grotendeels vernield. De Portugezen vonden het bovenstuk van het Christusbeeld en namen het als een relikwie mee naar hun loopgraven. Tijdens de vlucht op 9 april 1918 lieten ze het achter en na de oorlog kwam het weer in het bezit van de oorspronkelijke Franse eigenaren. Tot het beeld in 1958, tijdens de 40-jarige herdenking van de Slag aan de Leie werd geschonken aan Portugal en met een grootse ceremonie werd overgebracht naar een kloosterkerk.

 

 

In de kerk van La Couture herdenkt men op een monument de plaatselijke inwoners die zijn omgekomen of vermist in de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Voor het monument ligt een deel van de Calvarie uit 1888 die voor de oorlog op de begraafplaats stond en zwaar beschadigd werd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer artikels
St. Mary's Advanced Dressing Station Cemetery 'John Kipling?'. 28-09-2015
Haisnes Frankrijk

 

Als zovelen popelde John Kipling (17 augustus 1897 - 27 september 1915) van enthousiasme om dienst te nemen in het Britse leger.

lees meer ...
HMS Vindictive. 07-05-2018
Oostende Belgiƫ.

De bevoorrading van de Britse troepen aan de Belgische kust verliep problematisch.

lees meer ...
Zantvoorde British Cemetery. 28-03-2016
Zandvoorde (Zonnebeke) Belgiƫ.

De Canadese troepen hadden al tijdens de Tweede Slag bij Ieper (22 april – 24 mei 1915) een zware tol aan mensenlevens betaald.

lees meer ...