Masnières Frankrijk.
Het slagveld 100 jaar later.
Masnières Frankrijk.

Niet ver van het herdenkingsmonument van de Amerikaanse piloot bij de Britse R.A.F. Luitenant Theodore (‘Ted’) R. Hostetter jr. (1897-1918), ligt in een weide nog een ongerept stukje slagveld. Dit lapje grond, in privébezit, bleef sinds de oorlog haast onaangeroerd, de obuskraters liggen nog zij aan zij en worden bedekt met een laagje weidegras. Hier staan geen monumenten of andere verwijzingen naar de oorlog, het is gewoon nog een stukje pure geschiedenis.

 

Op 20 november 1917 bevond de linkervleugel van de Britse 88e Brigade (29e divisie) zich aan de andere kant van Masnières. Aan die linker kant was men erin geslaagd om het kanaal van St. Quentin via een smalle houten brug over te steken. Deze linkervleugel werd gevormd door de 553 man van het Newfoundland Regiment, deze eenheid werd aangevoerd door luitenant-kolonel Arthur Hadow. Onder dekking van een tank, en het kordate optreden van kapitein Grant Patterson, die zich daarmee het Military Cross verwierf, zwermden de Newfoundlanders na de oversteek uiteen en bezetten ze de gebouwen aan de noordzijde van het kanaal. Zestig meter verderop lag de spoorlijn Marcoing - Masnières, waar een Duits mitrailleurnest voor moeilijkheden zorgde. Met moeite en de nodige verliezen namen de Newfoundlanders ook dit obstakel in. Daarna bogen ze af naar rechts, in de richting van het nog altijd niet volledig ingenomen dorp Masnières. Vanuit Marcoing verscheen een Britse Mark IV tank, maar een van de mitrailleurschutters was gewond en half blind vuurde hij op alles wat bewoog. Ook de Newfoundlanders leden hierbij verliezen. De middag ging voorbij met het opruimen van Duitse mitrailleurnesten en artillerieopstellingen. Tegen de avond had het bataljon haar posities in het dorp bezet, ze bevonden zich niet ver van hoofdbrug van Masnières, waar tijdens de strijd een Britse tank ( de Flying Fox II) was doorgezakt. In de ochtend van de 21e november werden orders ontvangen, ze moesten een nieuwe aanval in de richting van de Siegfried II Stellung uitvoeren.

 

Bij het innemen van de uitgangsstellingen langs het kanaal, ter hoogte van de suikerfabriek oostelijk van Masnières, kwam een verdwaalde Duitse granaat terecht tussen de aanvalstroepen, hierbij vielen  25 slachtoffers. Eén van de gesneuvelden was Lance Corporal John Shiwak een Eskimo afkomstig uit Rigolet , een Inuit gemeenschap, gelegen aan de kust van Labrador. Hij maakte deel uit van de F compagnie van het Royal Newfoundland Regiment. De dertig jarige John Shiwak ( in het Inuit betekend Shiwak dun ijs) was de beste scherpschutter van het bataljon. Hij was geliefd en werd ook bewonderd door zijn kameraden, maar zijn hart lag zoals bij de meesten thuis bij zijn husky’s en zijn familie waar hij aan de kost kwam als jager en pelsjager. Hij werd begraven bij Masnières, maar zijn lichaam kon nadien niet meer worden gevonden. Zijn naam staat vermeld op het Beaumont Hamel Memorial.

 

 

 

 

 

Mede door de vermoeidheid van de troepen kwam de aanval niet van de grond. Het bataljon vond beschutting in de tunnels en grotten onder het dorp. In de nacht van 21 op 22 november werden de Newfoundlanders dan afgelost door het 16e bataljon Middlesex. De Newfoundlanders verloren: 10 officieren en 238 manschappen, of praktisch de helft van het bataljon. Bij de Duitse tegenaanval van 30 november zou de eenheid nog eens 200 man verliezen. De Newfoundlanders werden toen  ingezet bij dezelfde brug die zij tien dagen eerder onder zwaar Duits vuur waren overgestoken, ze sloegen er met een woeste bajonetcharge een Duitse aanval vanuit Les Rues Vertes af. Maar een dreigende Duitse doorbraak bij Les Rues des Vignes door de Duitse 30e  Infanterie Divisie, wat meer zuidelijker langs het kanaal, bracht de Britse posities zodanig in gevaar dat een terugtocht niet te meer vermijden was.

 

Na de oorlog werd in Masnières één van de vijf  Europese Kariboe monumenten geplaatst, dat is een gedenkteken ter ere van het Royal Newfoundland Regiment, dat hier zowel tijdens de Britse opmars als de Duitse tegenaanval in actie kwam en bij beide gelegenheden zware verliezen leed. Newfoundland was tussen 1907 en 1949 een aparte Britse 'dominion'. Het had geen eigen leger in 1914. Bij het uitbreken van de oorlog werd een 'Newfoundland Regiment' opgericht. Hierin dienden in totaal ongeveer 6500 man. Tweeduizend andere Newfoundlanders dienden bij de 'Royal Navy' of in houthakkersbataljons.

 

In juli 1919 stelde de overheid Lieutenant-Kolonel Thomas Nangle, voormalige katholieke aalmoezenier van het regiment, als vertegenwoordiger aan van de Newfoundlandse regering bij de 'Imperial War Graves Commission' (voorloper van de huidige 'Commonwealth War Graves Commission'). Nangle ontving o.m. 16 ontwerpen voor een herinneringsmonument voor de Newfoundlanders. Hij verkoos het idee van de Basil Gotto die voorstelde om op vijf plaatsen  aan het westfront een identieke bronzen kariboe op te richten. Lieutenant-Kolonel Nangle verdedigde dit concept als zijnde kunstzinnig en goedkoop, want men kon dezelfde gietvorm voor de vijf gedenktekens gebruiken. De suggestie onderscheidde zich bovendien duidelijk van andere gedenktekens.

 

 

 

 

 

 

De kariboe, een typisch dier van Newfoundland, vormde tevens het embleem van de 'Royal Newfoundland Regiment'. Behalve in Masnières werden nog kariboes geplaatst in Marcoing, Gueudecourt, Monchy-Le-Preux, Beaumont Hamel en ook in Kortrijk. Ze werden alle vijf gegoten bij de 'Compagnie des Bronzes' in Molenbeek. Deze bronsgieterij realiseerde niet zo heel veel Belgische oorlogsgedenktekens, maar kreeg vooral veel opdrachten van Britse en Canadese beeldhouwers. Voor de inplanting van de Kariboe monumenten werd de hulp ingeroepen van R.H.K. Cochius, een landschapsarchitect die geboren was in Nederland maar later naar Newfoundland was verhuisd.

 

Meer artikels
Kunstwerk, een miniatuur beeldengroep toont de gevolgen van gifgas tijdens WOI. 09-04-2018
Tielt België.

Op 14 oktober 1914 bezette het Ober Kommando 4 (A.O.K. 4 = hoofdkwartier van het Vierde Duitse Leger) Tielt en bleef vier jaar lang in de stad.

lees meer ...
Turks Standbeeld 'Askerine Saygi Aniti' 25-07-2016
Ariburnu (Gallipoli) Turkije.

Dat de Grote Oorlog ontaarde in een vastgelopen oorlog is algemeen geweten.

lees meer ...
Ruminghem Chinese Cemetery. 27-03-2017
Ruminghem Frankrijk.

Het Chinese Labour Corps (Chinees Arbeiderskorps) was een niet-gewapende afdeling in het Britse leger, bestaande uit burgerarbeiders uit China die tijdens de oorlog werden ingezet voor het uitvoeren van logistieke taken ter ondersteuning van de Britse troepen.

lees meer ...