De Epernon bunker was een Duitse betonconstructie die deel uit van maakte van de 'Brabant-Linie'.In de buurt van dit bouwwerk liepen ook twee smalsporen. Merkem was van 1915 tot 1917 in feite een rustige Duitse sector geweest, maar de Derde Slag om Ieper bracht daar verandering in. Op het einde van oktober 1917 viel het zuidwestelijke deel van Merkem in handen van de Fransen, het noordoosten van het dorp bleef wel in Duits bezit. Op 11 november werden de hier gelegerde Franse troepen afgelost door de Belgen. De ganse regio was er door artilleriebeschietingen omgetoverd tot een zompig kraterlandschap.
Gedurende de winter moesten de hier gelegen Belgische eenheden hun positie bewaken en Duitse aanvallen afslaan en counteren. De Belgische manschappen verscholen en verdedigden zich in en rond een aantal kapot geschoten hofsteden. Ze occupeerden er de hoeve 'Petit-Fils', hoeve 'Grand-Père', hoeve 'Epernon', hoeve 'Aschhoop', het 'Jezuïtengoed' en ook de hoeve 'Honoré'.
De Duitsers hadden daar stevige betonnen verschansingen opgericht en in de directe omgeving waren er ook loopgraven die afgeschermd waren met prikkeldraad. Twee Belgische vooruitgeschoven posten, namelijk de 'Petit-Fils' en de 'Epernon', werden in november 1917 door de Duitsers heroverd. Op 28 november 1917 lanceerden de Belgen een tegenaanval, maar de Duitsers waren niet zinnens om de 'Epernon'-bunker zo maar op te geven en brachten de betonnen constructie tot ontploffing. Tijdens de aanval kwam de 34-jarige Belgische adjudant Jean Taymans om het leven. Later volgden er nog hevige Duitse aanvallen op de hoeve 'Grand-Père', maar deze werden allemaal afgeslagen. Om verdere verliezen te vermijden zou men uiteindelijk eind maart 1918 de voorpost van 'Grand-Père' en 'Aschhoop' vernietigen.
De grond met daarop de restanten van de Duitse bunker 'Epernon' werd na WOI aangekocht door de familie Taymans. In 1934 werd er een bronzen herdenkingsplaquette aangebracht ter herinnering van adjudant Jean Taymans, maar gedurende de Tweede Wereldoorlog verdween de bronzen gedenkplaat. Ze werd nadien door het gemeentebestuur vervangen door een hardstenen plaat. Langetijd kwam er jaarlijks, op de laatste zondag van september een afvaardiging van het 19e Linieregiment (waartoe Adjudant Taymans behoorde) samen met de familie, Jean Taymans herdenken.
In augustus 1914 namen vier zonen van notaris Emile Taymans en Marie Therese Everaerts, uit Tubize dienst in het leger als oorlogsvrijwilliger, dat deden ze uit patriottisme en plichtsbesef. De vier waren Jean, Pierre, Paul en Charles. Enkel Paul zou terug keren!
Jean Taymans (°1883) was de oudste van de broers, hij was advocaat. Jean was getrouwd en had, toen hij zich in 1914 aanmeldde, een zoontje van vijf maanden oud. Hij diende bij het 19e Linieregiment en had tegen eind 1917 de rang van adjudant verworven. Hij was 34 jaar oud toen hij op 28 november 1917 een tegenaanval leidde op de Duitse bunker 'Epernon'. Aan de bunker kreeg hij een kogel in het hoofd en dat nadat hij al door kogels getroffen was in de schouder en de hartstreek. Zijn broers Paul, Pierre en Charles kwamen ter gelegenheid van de mis opgedragen aan hun broer, voor een laatste keer samen. De eredienst vond plaats in de kerk van Oostvleteren.
Jeans broer, de ongehuwde Pierre, verdiende de kost als substituut. Hij was 20 toen hij als oorlogsvrijwilliger in dienst van het Belgisch leger trad. Hij deed er dienst als ruiter bij het 5° Lansiers, maar hij promoveerde er al vrij vlug tot 1e Wachtmeester. Wegens ziekte werd hij in 1918 aangesteld tot juridisch adviseur. Op 22 juni 1918 raakte hij op de Vuilaardewijk in Woesten zwaar gewond toen de bouwvallige hoeve, waar hij zijn standplaats had, instortte. Hij werd geëvacueerd naar het Belgisch militair hospitaal van Hoogstade, dat gevestigd was in het Gasthuis Clep. Ondanks de verschillende noodzakelijke heelkundige ingrepen overleed hij uiteindelijk toch op 14 oktober 1918 om 12 uur 's middags. De 34 jarige Pierre werd op 17 oktober 1918 begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Sint-Rijkers (Alveringem), grafnummer 219.
De derde broer die oorlog niet overleefde was Charles, hij was de jongste. Charles Taymans (°1896), was 17 jaar, ongehuwd en nog student toen hij soldaat werd. Hij promoveerde tot onderluitenant bij het 10e Linieregiment en kreeg ook het Oorlogskruis opgespeld. Tijdens het Eindoffensief, op 15 oktober 1918, kreeg hij op 22-jarige leeftijd een dodelijke kogel in het hoofd! Dat gebeurde toen hij tijdens een aanval te Torhout, onder een moordend mitrailleurvuur, zijn peloton aanvoerde. Hij werd oorspronkelijk,op 17 oktober, in Kortemark begraven.
Enkel Paul Taymans (° 1892)kende meer geluk. Hij was 22 jaar en mijningenieur toen hij vrijwillig naar de oorlog trok. Hij klom op tot luitenant en in 1918 werd hij overgeplaatst naar de Staf van de artillerie van de 1ste legerafdeling, waar hij voor de rest van de oorlog bleef. In 1918 werd hij voor zijn goede voorbeeld geciteerd in de legerorders en voor zijn rol tijdens het Eindoffensief ontving hij het Oorlogskruis. In 1919 volgden nog meer medailles. Van 1920 tot 1935 bleef hij nog actief bij het reservekader van het leger. Daarna werd hij directeur van een textielfabriek in Tubize, huwde en overleed al enkele maanden later, op 47-jarige leeftijd.
Omdat moeder Taymans niet wou dat haar zonen begraven werden in een bodem die door de Duitsers was beroerd en onteerd, werden de drie broers op 17 november 1921 herenigd in het familiegraf op het kerkhof van Oostvleteren. De broers rusten nu nog steeds in het privé-familiegraf met daarop het wapenschild van de familie. Ook andere familieleden werden hier bijgezet. De familie Taymans schonk verder nog een glasraam met de beeltenis van de drie overleden broers en hun beschermheiligen aan de kerkfabriek, maar in 1977 werd de kerk en het glasraam verwoest door een brand.