Ieper België.
Menenpoort 'The Menin Gate at midnight'.
Ieper België.

De Menenpoort in Ieper die nu door duizenden toeristen bezocht word, was ooit de stadsuitgang waardoor duizenden Britten naar het front optrokken. Daarom werd het ook de uitverkoren plek om er een prestigieus Brits monument te bouwen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de beruchte Menin Gate niet meer dan een doorgang in de vestingen, geflankeerd door de beelden van twee leeuwen die het stadswapen vasthielden. Het was een ministerieel comité (het Battle Exploits Memorials Committee) dat moest kiezen op welke plaatsen en op welke wijze de significante krijgsverrichtingen van de Britse legers in aandenken gebracht moesten worden. Als ontwerper koos men voor Sir Reginald Blomfield, hij was toen één van de meest invloedrijke Britse architecten. Al in de herfst van 1919 stelde hij voor om ter hoogte van de Menenpoort een “triomfboog” te bouwen. Tegelijkertijd was ook de Imperial War Graves Commission naar buiten gekomen met een totaalconcept betreffende de herdenking van de duizenden doden van het Britse Rijk. Wie geen geïdentificeerd graf had, zou vermeld worden op een gedenkteken voor de vermisten. Omdat het niet zinnig was om in Ieper twee grote Britse monumenten te bouwen, en ook omdat Blomfield één van de hoofdarchitecten was van de War Graves Commission werden de beide herdenkingsprojecten verenigd. Door allerlei administratieve besognes, maar ook vooral omdat de Britten in eerste instantie hoopten om een deel van Ieperstad als oorlogsruïne te kunnen verwerven, duurde het toch nog twee jaar vooraleer Blomfields plannen finaal aanvaard werden. Voor het generale uitzicht van de poort baseerde Blomfield zich op de nu verdwenen 17de-eeuwse Porte de la Citadelle in Nancy.

 

 

Zowel het ontwerp als het dubbele karakter van de Menenpoort was niet zonder controverse, al tijdens de constructie had men zowel tegenstanders als voorstanders. Bijvoorbeeld de oorlogsdichter Siegfried Sassoon was anti, maar de Oostenrijks-Joodse humanist en schrijver Stefan Zweig was een bepleiter van dit nieuwe memorial. Hoe dan ook de Menenpoort groeide binnen de kortste keren uit tot een bedevaartsoord voor hen die een familielid verloren hadden in de 'Ypres Salient'. Ondanks heel wat moeilijkheden tijdens de opbouw, werd dit grootse memoriaal ingehuldigd op 24 juli 1927. Dat gebeurde in aanwezigheid van koning Albert I en veldmaarschalk Plumer. Tijdens deze openingsplechtigheid speelden klaroenblazers van de Somerset Light Infantry voor het eerst de Last Post. Dat maakte sterke indruk en zou nadien een permanent karakter krijgen.

 

Eén van de toen aanwezige gasten bij de inhuldiging van de Menenpoort was Will Longstaff. Het monument en de inhuldigingsplechtigheid maakten een zodanige indruk op hem dat hij er een schilderij van zou maken. William Frederick (Will) Longstaff (1879-1953), werd geboren op 25 december 1879 in Ballarat, Victoria (Australië). Zijn vader Thomas Longstaff (apotheker) en zijn moeder Frederica Elizabeth Francis waren beiden in Engeland geboren. Will werd opgeleid aan het Grenville College te Ballarat en studeerde dan kunst aan de Ballarat School of Mines. Will had ook ervaring als 'jackaroo' (Een jackaroo is een jonge man die werkt op een schaap- of veeboerderij, om praktische ervaring op te doen in de vaardigheden die nodig zijn om toezichthouder te worden).. In 1900-01 nam hij deel aan de Zuid-Afrikaanse oorlog, hij diende zestien maanden bij de South African Light Horse. Later trok hij dan naar Europa waar hij zijn kunststudies verder zette. In 1908 volgde hij les aan de Heatherley School of Fine Art te Londen. Na zijn terugkeer naar Australië ( rond 1909 - 1910) gaf hij privaat kunstonderricht. Longstaff en zijn echtgenote Eliza Mary woonden toen in Eltham.

 

In oktober 1915 melde hij zich bij de Australian Imperial Force en vertrok in november als kapitein van de 1st Australian Remount Unit naar Egypte. In oktober 1917 werd William Longstaff naar Engeland gestuurd, daar echter werd hij onvoldoende fit bevonden voor verdere actieve frontdienst. In 1918 werd hij geselecteerd voor een camouflageopleiding later werd hij  divisieartiest van het Australian Records Section 'War Art Scheme'. Will werd toegevoegd aan het hoofdkwartier van de 2e divisie waarvoor hij diverse scenes moest schilderen, zo moest hij o.a. ook de kathedraal van Amiens afbeelden. Longstaff was een innovatieve en vakkundige camouflageontwerper en sprong af en toe ook in een vliegtuig om de effecten van de camouflagetechnieken vanuit de lucht te bekijken en te evalueren. Zijn degelijke bijdragen tot de succesvolle geheimhouding van de geallieerde activiteiten betreffende het offensief van 8 augustus 1918 redde waarschijnlijk heel wat levens.

 

Na de oorlog trad Will toe tot een groep Australische kunstenaars die voor de Australian War Records Section in hun St John's Wood studio te Londen werkten aan de voorbereidingen van het Australische oorlogsmemorial, dit werk bevatte schilderijen die de slag van 8 augustus 1918 en het doorbreken van de Hindenburglinie (25 september ‘18) moesten uitbeelden. Nadien verhuisde hij naar Sussex, waar hij samen met zijn tweede vrouw en twee kinderen woonde. Hij behield wel een studio in Londen. In 1919 stelde hij in de jaarlijkse exhibitie van de Royal Academy of Arts een aquarel die de titel "Vallei van de Somme" droeg tentoon. Hij schilderde in 1920 ook heel wat eenvoudige werken die het landschap van Sussex weerspiegelden. Will nam ook veel portretopdrachten aan, hij schilderde zo onder meer de beeltenis van David Lloyd George en Sir Granville Ryrie.

 

De bekendste en populairste werken van Longstaff zijn z’n grote allegorische schilderijen van de slagvelden van o.a. Ieper en Vimy Rigdge. Op die kunstwerken schilderde hij vaak spookachtige gesneuvelde krijgslieden die rondwalen op het oude front. Zijn bij ons meest bekende werk is het: 'Menin Gate at Midnight' ( of 'Ghosts of the Menin Gate') ( De Menenpoort om Middernacht, of de Geesten van de Menenpoort) uit 1927.

 

 

Het werk 'Menin Gate at Midnight' werd gekocht door Lord Woolavington. Het schilderij hing enige tijd in London, en zelfs een tijdje in Buckingham Palace. Na een schenking aan de Australische regering (Australian War Memorial) verhuisde het schilderij finaal naar Australië. In Australië  zorgde het tentoongestelde schilderij voor commotie. In geen tijd bezochten ruim 1 miljoen Australiërs, van de toen 6 miljoen het schilderij. Voor velen was het schilderij heel symbolisch. Dichter bij de rond Ieper overleden familieleden raakten veel Australiërs toen immers niet! In de loop van de jaren werden vele reproducties van het werk verkocht. Zelfs nu blijft het schilderij een blikvanger in het War Memorial. In 2015 werd het iconische schilderij tijdelijk tentoongesteld in het  'In Flanders Fields' museum in Ieper, het was de eerste keer dat het schilderij naar België kwam. Will Longstaff stierf op 1 juli 1953.

 

 

 

 

Meer artikels
'Schuwe Maandag'. 13-10-2014
Roeselare België.

Op 19 oktober 1914 arriveerden de Duitsers in de regio van Roeselare. Het zou een dramatische maandag worden. De Duitse regimenten telden in hun rangen veel jonge militairen. Onder hen veel scholieren en studenten die enkele weken geleden voor het eerst in hun leven een geweer in handen kregen. Ze vonden het allemaal wel spannend, maar beseften niet wat er hen te wachten stond. Op die bewuste 19e oktober haastten ze zich naar het front, richting IJzer. Zowat in en rond Roeselare hadden Franse eenheden barricaden opgeworpen en loopgraven gedolven.

lees meer ...
Polygon Wood Cemetery. 17-09-2018
Polygon Wood ( Zonnebeke ) België.

De kleine Britse militaire begraafplaats Polygon Wood Cemetery ontstond tijdens de oorlog.

lees meer ...
Buttes New British Cemetery 'Pte John (Jack) Hunter'. 25-09-2017
Polygoonbos (Zonnebeke) België.

John Jack & Jim James Hunter twee broers  uit  Nanango (Queensland) melden zich vrijwillig  in het Australische leger en worden ingedeeld bij  het  49 AIF bataljon.

lees meer ...