Wijtschate ( Heuvelland) België.
Croonaert Chapel Cemetery.
Wijtschate ( Heuvelland) België.

De Britse kleine (455m²) militaire begraafplaats Croonaert Chapel Cemetery licht te midden de velden in heuvelachtig gebied.  Op 500m ten zuiden ligt 'Bayernwald', op 450m ten ZW liggen de mijnkraters van de 'Hollandse Schuur'. Aan het begin van het toegangspad staat het gedenkteken voor Lt. Lasnier en het 1e Franse Bataljon Jagers te Voet. Links van de toegang, vooraleer  men de eigenlijke begraafplaats betreed, staat een grafsteen voor de Chinees Chang Chi Hsuen die deel uitmaakte van het 'Chinese Labour Corps'. De Cross of Sacrifice hier is van het kleinste type (A1), er liggen 74 Britten begraven, waarvan er 7 niet geïdentificeerd konden worden en de hierboven vermelde Chinees.

 

De 'Croonaertkapel', (oorsprong van de naam van de dodenakker) lag langs de weg van Voormezele naar Wijtschate. De begraafplaats bevindt zich nu op ongeveer 150 m ten W. van deze weg, vóór de Mijnenslag van 7 juni 1917 lag ze in het niemandsland. De aanleg van de begraafplaats  startte op initiatief van de 'Burial Officer' van de '19th Division' in juni 1917 en ze bleef in gebruik tot in november 1917. 52 van de hier begraven doden behoorden tot die 19de divisie. Er kwamen nog 2 bijzettingen, één in april 1918 en één in januari 1919. De 51 Duitse graven die er oorspronkelijk lagen, werden na de oorlog verwijderd.

 

Een van de hier begraven Britten is Lance Corporal (1e soldaat) Sinfoil Walter Dennis. Hij diende bij het 10e bataljon van The Queens (Royal West Surrey Regiment) en stierf op 24 februari 1917 ( op zijn grafsteen staat 24 januari?).  De toen 21 jarige Walter was afkomstig uit Mitcham, Surrey ( Verenigd Koninkrijk). Gezien Walter in februari stierf en de begraafplaats pas in juni werd aangelegd, werd hij waarschijnlijk eerst op een andere plaats begraven vooraleer hij naar hier werd overgebracht. Wanneer we er de historiek van het 10e bataljon Queens op naslaan dan zien we dat ze op 24 februari 1917 inderdaad een aantal doden telden.

 

In de maand februari 1917 maakte het 10e bataljon van de Queens het volgende mee: Op 1 februari 1917 werd het afgelost door het 32e Royal Fuseliers. Tegen 12 uur was de aflossing er afgelopen en trok het bataljon in de richting van Ridge Wood in Voormezele (het bos op de heuvelrug tussen de Kemmelseweg en Dikkebusvijver werd Ridge Wood geheten).  Op 2, 3 en 4 februari verliep alles normaal.

 

Op 5 februari trok het bataljon dan terug naar de eerste linie om er op hun beurt het 32e Royal Fuseliers af te lossen. Ze bemanden er de loopgraven N 18.10 – 0.7.1. Tegen 14u30 was de aflossing volledig voltooid. Op 6 februari vuurden loopgraafmortieren op de vijandelijke loopgraven, hiermee wou men er de prikkeldraadversperringen doorknippen. Luitenant Web en 2e luitenant (onderluitenant) Muir-Smith vervoegden de eenheid. De volgende dag, 7 februari werd als een normale loopgraven dag beschouwd. De batterij bij het bataljonshoofdkwartier bestookte de vijand gedurende twee uur en half. De eigen voorraadplaats werd beschoten, drie van hun manschappen raakten hierbij gewond. Op 8 februari was de situatie in de sector van het bataljon normaal. Aan hun linkerzijde voerde het Royal West Kent Regiment een succesvolle raid uit, ze brachten twaalf gevangengenomen Duitsers mee naar de eigen linies. 9 februari, normaal. 1 O. R. ( other ranks = manschappen van andere rang) gedood, 1 gewond.

 

De 10e februari werd het 10e bataljon Queens opnieuw afgelost door het 32e Royal Fuseliers, en trok dan naar De Klijte (nu deel van het Heuvelland). 50 nieuwe manschappen kwamen het bataljon versterken. De volgende dag, de 11e, werden ze afgelost door het 18e bataljon K.R.R.C. (The King's Royal Rifle Corps) en trokken ze op kampement in Steenvoorde (Frans-Vlaanderen). Van 12 tot 22 februari werden ze in de regio van Steenvoorde voorbereid en getraind voor een geplande bataljonsraid op een vijandelijke linie in de saillant van de Hollandse Schuur in Wijtschate. Op 20 februari kwamen de 2e luitenants Batson en Lyon het bataljon vervoegen. De 23e vertrokken de Queens dan naar het Murrumbidgee Camp (rustkamp bij De Klijte), deze beweging eindigde omstreeks 18u15.

 

De 24e, volgde dan een voorbereide aanval op de Duitse linie in de saillant van de Hollandse Schuur. Kapitein E. Bird sneuvelde en 2e luitenant E.M. Fairclough overleed aan zijn tijdens de aanval opgelopen verwondingen. Luitenant F.J. Monk en 2e luitenant E.H. Edinborough raakten gewond. 26 O.R.( other ranks) werden gedood, 91 werden gewond en 11 vermist. Eén van de vermoedelijke slachtoffers hier was Lance Corporal Sinfoil Walter Dennis. Tijdens de aanval werd er 1 Duitse officier en 54 Duitse manschappen gevangen genomen, er werd 1 mitrailleur buit gemaakt. Op 25 en 26 februari was het bataljon op rust in het Murrumbidgee Camp en de 27e kwam generaal Plumer, de bevelhebber van het 2e Leger, het bataljon inspecteren. De 28e trokken ze weer naar de loopgraven N 18.10 – 0.7.1. waar ze wederom  het 32e Royal Fuseliers aflosten, tegen 15u45 was de aflossing volledig uitgevoerd.

 

 

 

Meer artikels
Havrincourt War Memorial 'Gloire Aux Enfants'. 20-11-2017
Havrincourt Frankrijk.

De Derde Slag, of liever het debacle, bij Ieper was zeker een zure appel voor de Britse legerleiding, maar het was ook slecht voor het moreel van het Britse leger en voor het Britse thuisfront.

lees meer ...
'Die Trauernde Soldaten'. 24-04-2017
Langemark België.

Het West-Vlaamse Langemark lag vier jaar lang pal in het decor van de allereerste Wereldbrand.

lees meer ...
Mont St Eloi. 23-07-2018
Mont St Eloi.

Nu ligt de Mont-Saint-Éloi en zijn verruïneerde abdijtorens er vredig bij, maar tijdens de Groote Oorlog lag de heuvel pal aan het front.

lees meer ...