Dadizele (Moorslede)  België.
Gemeentelijke begraafplaats Dadizele.
Dadizele (Moorslede) België.

Dadizele, al sinds 15 de eeuw een bekend bedevaartoord, lag gedurende oorlog aan de grens van de gevechtszone. Op 14 oktober1914  namen de Duitsers hun intrek in Dadizele. De basiliek werd opgeëist en deed dienst als paardenstal en verzorgpost (lazaret). Vanaf dan werden de misdiensten gecelebreerd in de kapel van het klooster. De Duitsers pakten Pastoor Declercq op en mishandelden hem, wegens zijn zwakke gezondheid werd hij op 27 november vervangen door pater Dobbeleer een capucijnenpater uit Izegem. Ook de pastoor van de Kleppe E.H. Delecluse werd door de Duitsers opgepakt en hardhandig aangepakt. In het begin van de oorlog had Dadizele niet zoveel te lijden gehad, maar vanaf 1917 zou dit veranderen. Ondertussen mocht de basiliek terug gebruikt worden voor misdiensten.

 

Tot op 31 juli 1917 werd het voor een groot deel verwoeste godshuis door de Duitsers als uitkijktoren gebruikt. Dadizele leed onder het Britse artillerievuur waardoor er op 1 augustus heel wat burgers op de vlucht sloegen. Men celebreerde nog de mis met de middelen dat men had. Tot op 13 augustus bespeelde meester Joseph D’Hallewijn er het orgel, maar toen werd het afgebroken door de Duitsers. Vanaf dan begeleide meester Joseph de erediensten op een harmonium dat na elke dienst in de sacristie opgeborgen werd. Van af 7 september was de kerk niet meer toegankelijk. De pastoor vroeg de Ortskommandant om de kapel van de Kleppe ter beschikking te stellen voor de erediensten. Deze was in 1914 door de Duitsers geplunderd en gebruikt als magazijn en later als paardenstal. De pastoor kreeg de toelating, met een gezongen mis werd op zaterdag 8 september 1917 om 7u30 een noveen ingezet. Tot 10 oktober, toen had het Duitse leger de kapel terug nodig als lazaret. Vanaf 11 oktober werd de mis opgedragen in een burgerhuis op de Dadizelehoek en dit tot aan de volledige ontruiming van Dadizele op 15 oktober 1917.

 

Na de oorlog schoot van het dorpscentrum niets anders meer over dan enkele stukken van muren met daartussen hier en daar een gapende kelder. Overal lager steenbrokken, gebroken dak pannen, verwrongen ijzer en gekraakt hout, dat alles was overwoekerd met distels en allerlei soorten onkruid. De Basiliek stond er nog, maar verkeerde in een erbarmelijke staat. Overal putten overal gaten, geen halve vierkante meter was onbeschadigd gebleven. De toren was zodanig doorschoten dat men van op de grond op verschillende plaatsen kon doorkijken. Zelfs in de torenhaan zaten drie gaten.

 

 

Hier in Dadizele, zowel op de gemeentelijke begraafplaats  als op de aanpalende Britse militaire begraafplaats liggen ook Ieren begraven. Tijdens de oorlog vochten 210.000 Ieren onder de Britse kroon. Het waren Unionisten en nationalisten. Protestanten en katholieken. Ze waren afkomstig uit Noord en Zuid. Ze waren geboren in een politiek verdeeld eiland, en dat zou nog escaleren na de Paasopstand van april 1916 in Dublin (opstand tegen de Britse kroon met bloedige represaillemaatregelen als gevolg). Bij het uitbreken van de oorlog werd een divisie gevormd die bijna uitsluitend uit unionisten bestond. Dat vormde geen enkel probleem. Ze konden rekenen op het vertrouwen van de Britse generale staf, ook al was hun inzet voornamelijk politiek gemotiveerd want het was als een vorm van verzet tegen de Home Rule bedoeld.

 

De nationalisten hadden andere politiek belangen! Het verhaal van de Ierse nationalisten die zich als vrijwilliger gingen aanmelden was best te vergelijken met dat van de jonge Vlamingen die in 1914 het Belgisch leger gingen vervoegen omwille van ‘de gelijkheid in rechten en feiten’ die hen voor na de oorlog was beloofd. Er werd afgesproken dat de Ierse nationalistische vrijwilligers in een eigen eenheid zouden ingelijfd worden, de 16de divisie. Doch na de paasopstand kwamen de mannen van de 16de divisie in een ware tragedie terecht. Ze beseften dat ze het zelfde uniform droegen als de soldaten die in Dublin hun nationalistische kameraden hadden terechtgesteld en voelden zich daar alles behalve goed bij. Na de oorlog telden de Ieren 35.000 doden. Maar wanneer de frontvrijwilligers na de oorlog thuis kwamen, was Ierland totaal veranderd. De Irish Party had alle aanzien verloren en werd electoraal door het radicale Sinn Fein verpletterd, home rule was niet langer een thema, het ging nu over onafhankelijkheid. Zij die van het front kwamen werden bijna als collaborateurs beschouwd. Ze hadden tenslotte in de ‘wrong army’ (verkeerde leger) gediend. Heel wat onder hen zouden tijdens de bevrijdingsoorlog tegen Engeland hun militaire ervaring ten dienste stellen van het IRA, maar dat zou hier niets aan veranderen. Ierland was beschaamd over hun Brits-Ierse oorlogsvrijwilligers, ook al waren die met de beste bedoelingen vertrokken. Men wou hen gewoon vergeten. Gelukkig is er de laatste jaren op dat vlak toch een en ander veranderd en begint men te erkennen dat de militairen van de 16de divisie toch ook hun leven voor de Ierse zaak veil hadden.

 

 

Op de foto van de gemeentelijke begraafplaats te Dadizele zien we de grafsteen van een lid van de The Royal Irish Rifles, dat was een Iers infanterieregiment. De bataljons van dit Iers regiment dienden in de rangen van verschillende Britse divisies. Op hun cap badge (mutskenteken) zien we de Latijnse woorden “Quis separabit”  in het Engels betekent dat Who will separate [us]? (wie zal (ons) scheiden? Spreuk der Orde van den H. Patricius).

 

Op Dadizeele Communal Cemetery (de gemeentelijke begraafplaats) liggen 26 geïdentificeerde Commonwealth slachtoffers begraven. Op de aanpalende Britse militaire begraafplaats Dadizeele New British Cemetery rusten er 871 geïdentificeerde oorlogsslachtoffers uit diverse Commonwealth landen.

 

 

 

Meer artikels
Monument 'Dante d'Italia''. 15-05-2017
Gorizia Italië.

Mei 1917, tot nu had men binnen een periode van achttien maanden negen Isonzo Slagen gevoerd, doch die waren grotendeels mislukt.

lees meer ...
Het slagveld 100 jaar later. 27-11-2017
Masnières Frankrijk.

Niet ver van het herdenkingsmonument van de Amerikaanse piloot bij de Britse R.A.F. Luitenant Theodore (‘Ted’) R. Hostetter jr. (1897-1918), ligt in een weide nog een ongerept stukje slagveld.

lees meer ...
Memorial 41 e Divisie. 10-10-2016
Flers Frankrijk.

De Britse 41e infanteriedivisie werd gevormd te Aldershot in september 1915.

lees meer ...