Wervik België.
Bunkers Hoeve Hoogpoort.
Wervik België.

Deze twee Duitse Einheitsunterstände liggen ten westen van de toenmalige Flandern II Stellung die  na de Derde Slag bij Ieper in de Meenen Riegel werd opgenomen. Dit gebied gelegen tussen Menen en Wervik is in feite gekend als het gehucht de Koekuit, de Duitsers noemden het de Coucou. De Koekuit had een eigen Ortskommandantur.

 

Op een Duitse stafkaart van maart 1918 bemerken we dat een Artillerie-Schutz-Stellung werd aangelegd tussen Voorhoek en de Leie ten oosten van het centrum van Wervik. De beide nog bestaande onderstanden liggen min of meer op dit traject. De betonnen schuilplaatsen werden ook al aangeduid op de Britse stafkaart van 27 december 1917. Volgens Britse stafkaarten lagen hier toen drie Duitse betonconstructies op één rij (ook het woongedeelte en de schuur van de Hoogpoorthoeve waren binnenin omgebouwd tot goed gecamoufleerde betonnen onderstanden). De onderstanden op de Koekuit maakten overwegend deel uit van de Meenen Riegel maar ook van de Halluin Riegel. De voorzijde van deze onderstanden keek uit naar het westen (frontlijn). De meesten hadden een frontzijde van ca. 10 meter. Boven de grond hadden zij een hoogte van 1,5 tot maximaal 3 meter. Onderling waren deze betonnen constructies verbonden doormiddel van loopgraven en waren ze ook beschermd door dikke rijen prikkeldraad. Naar die onderstanden werd een aftakking van de ‘feldbahn’(smalspoor) aangelegd. Zo waren deze gevechts- en bewakingsposten vlot bereikbaar. Hier op de Koekuit was ook een munitiedepot evenals een aantal kleinere materiaaldepots, een vliegveld, medische hulppost enz. Er liep ook een smalspoor doorheen een stationnetje nabij Keizer Karel tot aan de Witte Poorte in Geluwe. Daar stapelden de Duitsers in ondergrondse kelders, gelegen in de aanpalende weide, hun munitie op.

 

In de omgeving van de Hoogpoorthoeve stonden naast betonnen onderstanden ook heel wat barakken. De hoeve was in feite omgetoverd tot een militair verdedigingswerk. Sinds het vertrek van landbouwer August Ghesquiere, in de herfst van 1917, was de indrukwekkende toegangspoort van de hoeve verdwenen en was een groot deel van de wal gedempt. De hoeve was omringd door een drietal betonnen onderstanden en de stallingen waren omgebouwd tot 54 kamers, men had zelfs extra ramen ingestoken. Het was een heus hoofdkwartier met telefoonlijnen vanuit de hoofdonderstand in de schuur naar de verdedigingsconstructies rondom de hoeve.

 

De twee Duitse  Einheitsunterstände hier op de Hoogpoorthoeve werden soms ook aangeduid als Gruppenunterstände en waren een gestandaardiseerd type van betonnen schuilplaatsen die in het najaar van 1917 gebouwd werden. Dergelijke Einheitsunterstanden werden voor diverse doeleinden gebruikt: als commandopost, als communicatiepost of als verblijfplaats voor twee groepen infanterie of voor één groep infanterie en twee mitrailleurs met bediening, enzovoort. Het grote voordeel van dergelijk standaardontwerp was de vereenvoudiging van het bouwproces en de verregaande standaardisatie van de benodigdheden. Het beton werd gegoten tegen een houten bekisting en verstevigd met ronde bewapeningsijzers. Ook het feit dat de bouw probleemloos kon worden overgenomen door andere eenheden, was een groot voordeel. Einheitsunterstände werden vanaf eind 1917 massaal opgetrokken in de meer achterwaarts gelegen stellingen, zowel in de Ieperboog als aan het IJzerfront en in het Marinegebiet (marine-gebied stond onder controle van de Duitse marine).

 

Een Einheitsunterstand bestond uit een dubbele betonnen schuilplaats, eventueel met aanpalende observatiepost. Het grondplan bestond uit twee L-vormige (gebroken) toegangen aan de achterzijde, die de uiteinden vormden van één gang, waarop op zijn beurt twee ruimtes uitgaven, die hadden bij benadering een hoogte van 1m70 x een breedte van 2m x een diepte van 3m. Gebroken toegangen or zorgden ervoor dat de binnenruimtes niet rechtstreeks werden getroffen door granaatscherven. Elke buitentoegang kon via een smalle, verticale schietgleuf vanuit de afzonderlijke verblijfsruimte geobserveerd en desnoods ook onder vuur genomen worden. In de gang was er normaal gezien één grote nis, soms waren echter meerdere nissen voorzien. De plafonds van de twee rechthoekige ruimtes bestonden ofwel uit zogenaamde Wellblechbogen (gebogen gegolfd plaatijzer) ofwel uit dicht bij elkaar geplaatste stalen balken of spoorrails, waartussen soms houten beplanking werd geplaatst. Gewelfde plafonds uit gewapend beton op Wellblechbogen hadden meer voordelen omdat ze een grotere weerstandskracht zouden genereren en gemakkelijker te hanteren waren. Anderzijds waren ruimtes, waarvan het plafond verstevigd was met stalen balken, overal even hoog en dus ruimer in vergelijking met ruimtes onder Wellblechbogen.

 

De twee rechthoekige verblijfruimtes waren normaal gezien onderling met elkaar verbonden via een lage doorgang. Ze bevatten eventueel enkele nissen, onder meer voor een kachel, met bovenaan in de nis een buis voor rookafvoer die uitmondde aan de achterzijde van de bunker. Doorheen het plafond zaten doorgaans kleine verticale openingen, die dienden als verluchtingsgaten en periscoopopeningen. De binnenmuren waren voorzien van uitsparingen voor houten planken waarin haken of nagels staken waaraan bedrading, kledij, of ander materiaal opgehangen kon worden.Aan de achterzijde van de bunker bevond zich een betonnen trap en richel, waarop manschappen konden staan om een mitrailleur vanaf het dak te bedienen.

 

Bij sommige Einheitsunterstände was er nog een bijkomend observatiegedeelte aan de bunker gebouwd, met een mangat doorheen het dak, dat via klimijzers of een ladder bereikt kon worden. Dit observatiegedeelte kon vanaf de gang of via een afzonderlijke, lage toegang bereikt worden. Een aparte toegang tot het observatiegedeelte zou veiliger zijn voor de manschappen in de bunker.

 

 

Op 13 oktober 1918 werd de hele streek tussen Geluwe en Menen, evenals het stadscentrum van Menen zwaar beschoten. Dat was de voorbereiding op de algemene aanval van 14 oktober (begin van de tweede fase van het geallieerd Bevrijdingsoffensief). Alle wegen naar Menen werden o.a. met gasgranaten bestookt, evenals het station van Menen en het gehucht de Koekuit. De 34e Britse divisie slaagde op 14 oktober om te vorderen tot tegen de noordwestelijke rand van de stad Menen. De bemanning van bunkers van de Meenen-Riegel werden uitgeschakeld met behulp van vlammenwerpers, revolvers en handgranaten. Ook de Hoogpoorthoeve werd die dag bevrijd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer artikels
Modder 'Passion-dale'. 25-09-2017
Zonnebeke België.

Wat later de geschiedenis in zou gaan als de slag om Passendale 1917 gebeurde in drie fases.

lees meer ...
A New Zealand Soldier of the Great War . 19-02-2018
Mesen België.

Op het einde van een stenen toegangspad naar Messines Ridge British Cemetery te Mesen prijkt op het ‘Messines Ridge (New Zealand) Memorial to the Missing’.

lees meer ...
Kazerne Prins Albert 'Monument van de Grenadiers'. 22-06-2015
Brussel België.

Enkele dagen voor de Duitse inval werd op 29 juli 1914 het Grenadierregiment ontdubbeld in het 1ste en 2e Regiment Grenadiers.

lees meer ...