Bedford House, ook gekend onder de naam Woodcote House, was de naam die gegeven werd aan het kasteel Rosendael dat een kleine twee kilometer ten zuiden van de Rijselpoort lag. Het landhuis was gelegen te midden van een park met wallen. Het domein bleef dan wel uit de handen van de Duitsers maar zoals alle gebouwen in de regio werd het geleidelijk vernield door artilleriebeschietingen. Het landhuis dat ook beschikte over een ijskelder werd onder andere gebruikt als medische hulppost (Field Ambulance), maar het was eveneens het hoofdkwartier van diverse Britse brigades en andere eenheden. Vanaf oktober 1917 was er ook een houtskoolbranderij.
Geleidelijk in de loop van de oorlog werd het domein rond het landhuis ingenomen door kleine begraafplaatsen. Tegen het einde van de oorlog waren er hier 5 'Enclosures' (toevoegingen). De graven van Enclosure n° 1 werden overgebracht naar White House Cemetery in Sint-Jan. Met Enclosure n° 2 werd gestart in december 1915. Dit deel bleef in gebruik tot oktober 1918, hier liggen ook mannen die om het leven kwamen tijdens de Tweede Slag om Mesen en de Derde Slag om Ieper ( beter gekend als de Slag om Passendale ) die uitgevochten werden in de loop van 1917. Enclosure n°3, de kleinste uitbreiding, werd gebruikt van februari 1915 tot december 1916. Enclosure n°4, de grootste expansie, was in gebruik van juni 1916 tot februari 1918 ook hier liggen veel mannen die sneuvelden in het wrede 1917. Na de oorlog werden er nog 3.324 graven afkomstig van op diverse andere plaatsen bijgezet op Enclosure n°4, ongeveer 2/3 van de hier begraven mannen konden niet geïdentificeerd worden. De stoffelijke resten van de mannen die op Enclosure n°5 rustten werden overgebracht naar Aeroplane Cemetery in Ieper. Enclosure n°6 werd pas in de jaren 1930 aangelegd, dat kwam omdat men toen overal in de Ieperboog nog steeds vergeten graven bleef terugvinden. In deze uitbreiding liggen ook Britse miltaren die sneuvelden eind mei 1940, bij de verdediging van het kanaal en de spoorweg Ieper-komen.
Nu liggen er 5142 doden van de Eerste Wereldoorlog en 66 van de Tweede Wereldoorlog. Daarvan zijn er 3014 niet-geïdentificeerden. Er liggen ook twee niet Commonwealth militairen. Daarmee is de begraafplaats de vijfde grootste van de Ieperboog.
Eén van de vele slachtoffers die hier hun laatste rustplaats kregen was Rupert Price Hallowes VC MC. Rupert was tijdelijk officier, temporary second lieutenant (onderluitenant), bij het 4e bataljon van het Middlesex Regiment. Rupert was blijkbaar een moedige militair want hij werd onderscheiden met een Military Cross en een Victoria Cross. Zijn VC kreeg hij voor zijn onbevreesd optreden tijdens de hevige gevechten bij Hooge (Zillebeke) eind september 1915. Hij was 34 jaar toen hij op 30 september 1915 aan zijn verwondingen overleed. Vertaling uit ‘The London Gazette’ van 16 november 1915: "Voor uiterst schitterende blijken van moed en beroepstoewijding, gedurende de gevechten te Hooghe, tussen 25 september en 1 oktober 1915. 2nd Lieut. Hallowes toonde gedurende deze periode de grootste dapperheid en een onvermoeibare energie en stelde tijdens vier zware en langdurige bombardementen een uitstekend voorbeeld voor zijn mensen. Geen rekening houdend met het gevaar beklom hij meer dan eens de borstwering, en sprak hij zijn mannen moed in. Hij ondernam vermetele verkenningen naar de Duitse posities voor onze lijnen. Toen de voorraad projectielen zo goed als opgebruikt was ging hij onder hevig granaatvuur naar achter en bracht nieuwe voorraden mee naar voor. Zelfs nadat hij dodelijk gewond werd, bleef hij de hem omringende mannen opvrolijken en sprak hij hen nieuwe moed in."
Een andere Britse soldaat die hier rust op de nu zo vreedzame begraafplaats is de in 1893 geboren Thomas Samuel Henry Peaceful. Thomas was private (soldaat) bij het 4e bataljon van het Royal Fusiliers toen hij stierf op 4 juni 1915, maar in tegenstelling tot zijn naam waren zijn ervaringen aan het front alles behalve peaceful! Thomas lag eerst begraven in de stad, in de tuin van het H. Hartinstituut.
Toen Piet Chielens in april 2002 de Britse schrijver Michael Morpurgo (auteur van jeugdboeken waaronder het bekende boek War Horse) op Bedford House Cemetery rondleidde bemerkte de schrijver terloops de headstone van Private Peaceful op. Morpurgo zocht toen inspiratie voor zijn nieuwe boek en liet zich toen rondleiden door de duistere wereld van de executies van de Eerste Wereldoorlog. Michael Morpurgo en Piet Chielens bezochten toen enkele begraafplaatsen en plekken van executies zoals Dickebusch Huts en de dodencellen in Poperinge. Na zijn bezoek, bij zijn afscheid, zei Michael Morpurgo dat er één verhaal was dat hem diep getroffen had en dat één naam die hij op een grafsteen had gezien hem niet meer los liet! Zijn bezoek aan Ieper resulteerde in de jeugdroman Private Peaceful, die werd gepubliceerd in 2003. De roman vertelt ons het fictieve verhaal van Thomas Peaceful. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog leeft de 15-jarige jongen in armoedige omstandigheden op het Engelse platteland. Vader is overleden en moeder is afhankelijk van de gunsten van de heer van het landgoed. Zijn oudste broer is geestelijk beperkt en zijn andere broer Charlie komt vaak in de problemen, de familie is niet graag gezien in het dorp. Als Charlie gedwongen wordt om dienst te nemen, besluit Thomas om mee te gaan. De jongens maken er al de verschrikkingen van de loopgravenoorlog mee. Als Charlie de orders van een sergeant niet opvolgt omdat hij zijn gewonde broer wil helpen, komt hij voor de krijgsraad en het executiepeloton. De boeken van Michael Morpurgo kunnen evengoed gelezen worden door volwassenen als door jongeren. Het boek werd vertaald in het Nederlands en kreeg de titel: ‘Soldaat Peaceful’. In 2012 werd de roman verfilmd.