Tijdens de Slag om Mount Sorrel (van 2 tot 13 juni 1916) lag het bos in het centrum van de strijd. De Canadese 3de divisie, die uit manschappen bestond die nog niet aan gevechten hadden deelgenomen, bezette hier het front bij het uitbreken van de aanval en werd zwaar door de Duitsers onder vuur genomen. Tijdens de daaropvolgende Duitse aanval werd ten koste van vele slachtoffers een groot deel van Sanctuary Wood, Hill 62, Armagh Wood en Mount Sorrel ingenomen. Een slecht voorbereide tegenaanval op 3 juni mislukte.
De volgende dagen werden de Canadezen nog verder achteruit gedreven, richting Ieper. Een tegenaanval op 13 juni lukte wel en wordt sindsdien beschouwd als de eerste Canadese succesvolle aanval. Bij nacht als de strijd wat geluwd werden de doden vlakbij de loopgraaf begraven. Er werd haastig een graf gedolven en een lichaam aangevoerd. De kuil bleek te krap te zijn en het lijk werd vloekend terug opgehesen. Opnieuw werd er gegraven en gepast, tot de afmetingen klopten. Dit was een gevaarlijke klus, vandaar de spoed van de gravers om het graf aan het dode lijf aan te passen.
Zelfs de doden kenden geen rust! Zo werd tijdens een van de volgende aanvallen het graf van de 17 jarige C.A. Owen vernielt en omgewoeld, hij werd niet meer terug gevonden. De naam van deze jonge man staat nu op de Menenpoort gebeiteld, ergens tussen de vele namen van de andere vermisten.