Tijdens de tweede Oorlogswinter, eind 1915, kende Menen opnieuw een voedselprobleem. De Duitsers waren aan het hamsteren geslagen en namen de aardappelen in beslag. Er werd de burgers een strikt verbruik van 200 gram per dag en per persoon opgelegd. De Menenaars reageerden uiteraard bezorgd. Leden van het Hulp- en Voedingscomité schreven een protestbrief naar het stadsbestuur, want er dreigde hier zeker een hongersnood indien deze verbruiksbeperking en de inbeslagname werd doorgevoerd. Ze vroegen het stadsbestuur om dringend bij de Ortskommandant tussenbeide te komen. Maar uit een schrijven, van 1 december 1915, aan het stadsbestuur bleek dat de gemelde aardappelinzameling geteld was en dat er gelukkig meer aardappelen waren dan nodig. De stad moest de overschotten opkopen en opslaan in de Depots aan het Vander Merschplein.
De Duitse militaire overheid in Menen bezorgde niet alleen voedsel aan haar manschappen maar ze droeg ook bij aan de geestelijke ontspanning van haar frontsoldaten. De mannen die hier voor enkele dagen op rust kwamen konden er onder andere naar de “ Lichtspiele Menen” gaan kijken. Die lichtspelen in Menen waren in feite filmvoorstellingen. Via bewaarde aanplakbiljetten uit het stadsarchief weten we dat er tussen 25 en 27 november ‘15 en tussen 6 en 8 januari ‘ 16 Lichtspiele waren in de stad. De getoonde films waren zowel natuurdocumentaires zoals “ Füsche als Feinde des Hünnerstalls” ( vossen als vijand van de kippenstal), of documentaires die het dagelijkse leven van de Duitse Keizer aanbelangden: “ Kaiserjagd in Bückburg” ( keizerlijkjacht in Bückburg ). Anderzijds waren er natuurlijk ook humoristische films met Max Linder en ook de spannende detective films, zoals “ Nick Winter und der Mann mit der Maske”, mochten niet ontbreken. Deze namiddagvoorstellingen ( vermoedelijke in de Cinema Overmeer, maar Menen telde toen meerdere cinemazalen) waren zeker een welgekomen verzet voor de Duitsers die op dat moment in de stad verbleven.
Anderzijds hechtte de Menense Duitse Militaire overheid ook heel wat belang aan de zielenzorg van hun troepen. De priesters van Menen lagen meer dan eens overhoop met de Duitse bezetter toen die de lokale kerken opeisten voor een protestantse of katholieke misviering of voor een militaire begrafenis.
Op de bijgevoegde foto zien we een militaire begrafenis van twee Duitse piloten. De rouwstoet vertrok van aan de St Vedastuskerk, in de Rijselstraat, naar de stedelijke begraafplaats of naar het station indien de ze huiswaarts gerepatrieerd werden.